Uit het clubblad "de KETTING" van HDKS
Weekend Limburg 23, 24 en 25 april 2004
  Sander Pannekoek  
Het was weer vroeg vertrekken voor ons jaarlijkse weekend Limburg wat dit jaar i.v.m. het aankomende jubileum iets vroeger was gepland. De weers-verwachtingen waren goed en de verwachtingen hoog gespannen, want wat staat ons dit jaar te wachten daar in het zuiden. Normaal is het toch altijd weer een lange reis naar het zuiden, maar door een omleiding duurde dit voor een enkeling met een oude mannenkwaal toch té lang. Vandaar dat er toch even een sanitaire stop gemaakt moest worden, de politie had een goede dag gehad als die op dat moment was langsgekomen met al die wildplassers langs de kant van de weg. Gingen we in voorgaande jaren met een groep uit Vaassen vroeg op pad om ook op de vrijdag al de nodige kilometers te kunnen maken. Dit jaar waren er meer leden die dit voorbeeld volgden, en zodoende stond er een grote groep klaar voor een eerste verkenning van dit mooie stukje Nederland
De route ging zoals gewoonlijk eerst richting Vaals dus dat betekent eerst 
  even wat rustig op en neer en genieten van de omgeving, maar na Slenaken moet 
  je toch al snel op de pedalen. Na Epen begint het echte werk en bij Camerig 
  heeft menigeen al geen oog meer voor de mooie vergezichten. Via het Vijlenerbosch 
  en een stukje België en een mooie klim naar ons eerste hoogtepunt van dit 
  weekend, het drielandenpunt. Hier heb ik een aantal foto´s gemaakt voor 
  o,a, onze website van de mensen die hier na mij boven kwamen, helaas mis je 
  zodoende wel altijd de snellere mannen. Dan blijkt ook dat er grote verschillen 
  zijn, en dat waar het tempo daalt de leeftijd van de leden stijgt, een enkele 
  uitzondering daargelaten, dit beeld kwam steeds weer terug. Maar als iedereen 
  weer boven bijgekomen is wordt gezamenlijk de afdaling ingezet op weg naar een 
  volgende klim. Op de terugweg naar het park hebben we nog even de Gulperberg 
  vanaf Partij beklommen, deze bleek voor onze oude voorzitter nét iets 
  te stijl. Toen Rein Witteveen terug fietste om hem te halen zag hij Willie trainend 
  voor de wandelvierdaagse, maar toen hij mij boven met de camera zag staan stapte 
  hij snel weer op zijn fiets om toch fietsend boven te komen.
  
  Bij aankomst op het park waren de andere leden inmiddels ook aangekomen en konden 
  we samen lekker op het terras van de koffie met een stuk echte Limburse vlaai 
  genieten. Er was vlaai over maar niet voor lang, menigeen verwachte nog veel 
  calorieën te zullen verbranden die dag. Het was lekker op het terras maar 
  de fietsen werden ongeduldig en spontaan knalden er enkele banden, dus moest 
  er eerst geplakt worden. Mooi is altijd te zien dat de eigenaar dan wel de fiets 
  vasthoud, maar een iemand anders de band wisselt. Henry Jacobs had van dit voorjaarszonnetje 
  wel erg snel mooie bruine armen en benen gekregen, maar zag nog wel erg wit 
  om zijn neus. Dit bleek niet de angst voor de heuvels te zijn maar meer voor 
  zijn vrouw, waneer die zou ontdekken dat er een duur potje uit haar voorraad 
  miste. 
  Het tweede deel met de hele ploeg ging richting Valkenburg via de dode man, 
  zeker na 5km. weet iedereen weer waarom die zo heet. Verder naar de Couberg 
  en de Bemelerberg genietend van de omgeving en gezellig keuvelend hebben we 
  die dag al bijn 90 km. afgelegd. 
De volgende ochtend was Jean Bertrand er weer met een mooie route, maar zoals 
  altijd was de uitleg snel weer vergeten. Zelf weet ik ook niet meer waar we 
  overal geweest zijn, Jean zelf denk ik ook niet want ik heb tot op heden nog 
  geen routebeschrijving van hem mogen ontvangen. Gerrit Stokers was ook weer 
  afgereisd naar het zuiden en sloot aan om deze dag met ons mee te fietsen. Op 
  weg richting België via Maastricht langs het Julianakanaal kwamen we enkele 
  trainende profploegen tegen, en als fietsers water zien dan……juist, 
  moeten ze weer. 
  
  In België is het altijd oppassen op de slechte wegen vol met gaten en rotzooi, 
  en door allerlei achterbuurten en industrieterreinen kwamen we bij enkele hele 
  zware klimmetjes. Vorig jaar waren we allemaal onder de indruk van die ene steile 
  klim, dit jaar had Jean er zelfs vier voor ons opgezocht, heel mooi maar dat 
  had voor velen echt niet gehoeven. Op de eerste van die klimmetjes kraakte het 
  peloton letterlijk en figuurlijk in zijn voegen, enkelen hadden problemen de 
  ketting op die zelden gebruikte tandwielen te krijgen. Anderen kraakten zelf 
  omdat ze niet lichter konden schakelen, en zo wel moesten stoempen om boven 
  te kunnen komen. Sommigen kregen dat zelfs niet voor elkaar, en werden zo met 
  grote tegenzin een pedaalridder te voet.
Zelf dacht ik bijna boven gekomen een leuk plekje gevonden te hebben voor wat 
  foto´s, draaide een rondje, keek om de hoek en zag tot mijn verbazing 
  dat we pas halverwege waren, achter mij vloekte Benny Overbosch een keer toen 
  die tot dezelfde ontdekking kwam. Boven werd er gewacht, gepuft en gestameld, 
  wat een rotbult. Maar we moesten wel verder, op weg naar de volgende waar het 
  ritueel zich herhaalde. Door technische problemen begon ik als laatste aan die 
  klim en als je dan met je tripeltje langs al die zwoegende mensen fietst ben 
  je blij dat je die toch weer gemonteerd hebt, fietst een stuk gemakkelijker 
  omhoog zo´n (ouwe lullen) verzet volgens de “échte kenners”. 
  Boven was het weer tellen of iedereen er was, Willie v Essen sr. 
deed 
  hier niet aan mee want die was volledig uitgeteld en had zich te rusten gelegd 
  in de berm. Gerrit Stokers bleek niet aanwezig te zijn, en niemand wist zich 
  meer te herinneren of hij bij de vorige ook wel boven was aangekomen. Na lang 
  beraad werd besloten maar dezelfde weg terug te fietsen naar de eerste klim 
  waar hij nog gezien was, maar geen Gerrit. Na veel discussie, navraag bij de 
  rijkswacht en vergeefs bellen naar huis voor het juiste nummer van Gerrit werd 
  besloten maar door te fietsen, in de hoop dat hij oud en wijs genoeg was om 
  de weg terug te vinden. Later bleek dat hij kettingproblemen had en toen dit 
  was opgelost wij in geen velden of wegen meer te bekennen waren, en hij zonder 
  telefoon op zak maar terug was gefietst. Alle leden voelden zich toch niet erg 
  prettig door het zoekraken van Gerrit en hadden iets van, laten wij ook maar 
  terug gaan. Volgens Jean kon dit wel via een mooie route, dat betekende natuurlijk 
  weer veel klimmen, maar na elke klim mag je ook weer afdalen. In een van die 
  afdalingen werden we ingehaald door een auto die een hekel aan fietsers had, 
  na eerst enkele anderen bijna van de weg te hebben gedrukt kreeg Roel Zandberg 
  een zet en smakte deze met een flinke klap tegen het asfalt. Jaap Fleming zette 
  nog de achtervolging in op de doorgereden auto maar verloren deze toch uit het 
  oog. Roel was flink aangeslagen en zat onder de schaafwonden en had een pijnlijke 
  heup, hij werd door bewoners op een stoel gezet om bij te komen van de schrik. 
  De rijkswacht werd nog ingeschakeld waar kon ook niets anders doen dan een rapport 
  op maken, een behulpzame Belg heeft hem samen met Aart Koetsier terug gebracht 
  naar het park. In het ziekenhuis mocht hij na allerlei onderzoeken de nacht 
  doorbrengen, de volgende dag werd hij nog stijf en wat onzeker over de gevolgen 
  door Aart opgehaald voor de terugreis, hij wilde liever nog niet mee, maar alleen 
  op de fiets naar huis was ook geen optie.
  Na dit voorval was bij de meesten de zin in verder fietsen wel vergaan, op naar 
  de koffiepauze en terug naar het park. Maar voor we bij de koffie waren duurde 
  nog even, Jean wist nóg een leuk stukje, en nóg een. Uiteindelijk 
  hebben we wel iets gevonden waar we weer op krachten konden komen en alle zorgen 
  van die dag opzij konden zetten. Op de terugweg hebben we nog een leuke route 
  gereden door België en Limburg, een dagafstand van 114km. was geen slechte 
  score ondanks alle oponthoud. Maar goed dat we onderweg de kok even hadden ingelicht 
  anders was ons eten ook nog koud geweest.
  Die avond kwam Marc de Wilde ook nog om de laatste dag mee te kunnen fietsen, 
  met de krat bier die hij had meegebracht maakte hij snel vrienden, de voorraden 
  waren inmiddels aardig geslonken. En omdat de kroeg onderaan het park gesloten 
  was zat zijn huisje snel vol en werd het toch nog gezellig.
De volgende morgen werden we gewekt door de zon en de vrolijke klanken van 
  Tinus op zijn gitaar. Aan de ontbijttafel werd besloten een fruitmand voor de 
  onfortuinlijke Roel te bestellen. Willie v Essen sr. gaf aan die dag niet meer 
  mee te kunnen omdat zijn schoenen stuk waren, hoe dat kon wist hij ook niet 
  maar er werd gefluisterd dat het door al dat wandelen kwam. Na het ontbijt was 
  het snel omkleden om nog wat kilometers te maken onder een lekker voorjaarszonnetje, 
  Wil Dieker 
had blijkbaar 
  te veel haast of de verkeerde bril op. Hij kwam langs met badmuts en zwembril, 
  toen zijn broer vertelde dat die helm niet was goedgekeurd werd maar snel weer 
  de andere opgezocht. Deze dag gingen we voor een rondje door het schone Limburgse 
  landschap in een rustig tempo reden we van dorp naar dorp en over hellingen 
  die voor minder problemen zorgden. In Hulst wilden we stoppen voor de koffie, 
  tijdens het parkeren van onze fietsen liepen enkele mensen door iets wat een 
  tuin voor moest stellen. Een boze dame kwam naar buiten vertellen dat dat niet 
  de bedoeling was, “sorry mevrouw” was onze reactie, de fietsen werden 
  weer opgepakt en we gingen op zoek naar een volgend terras waar we wel welkom 
  waren. Die was snel gevonden en hierna maakten we nog een mooie lus als afsluiting 
  van dit weekend. De groep uit Vaassen heeft de eigenaardige gewoonte om vlak 
  voor het park nog even een finale te rijden, gewoon voor de lol je even helemaal 
  leeg rijden. Vanaf Slenaken rechtdoor over de Piemert een pittige klim waar 
  Theo als eerste boven kwam, ikzelf als tweede, en stopte om te wachten op de 
  rest. Wil kwam als derde en riep “doorgaan dat doet Theo ook” samen 
  gingen we in de achtervolging richting Theo en Reijmerstok, wij weer achterna 
  gezeten door een groep van een man of zes, kop over kop rijdend. Ondanks de 
  wind tegen en de korte overnames van Wil (oudere mensen moet je ontzien) werd 
  het stipje Theo steeds groter, en de vlek van zes kleiner en vlak voor het bordje 
  Euverum hadden we Theo te pakken, met de tong op het stuur, maar we hadden hem 
  wel.
  Marc de Wilde had aan de 80km. van die dag nog niet genoeg en wilde nog wel 
  een rondje maken, aangezien de meesten naar huis wilden moest zijn zwager Henry 
  Jacobs nog maar mee voor een rondje dode man. Marc weet nu ook waarom die zo 
  heet en zal niet snel meer onze goede raad voor een mooi rondje opvolgen. 
  Op het terras bij het park werd onder het genot van een koud biertje het weekend 
  doorgenomen met Jean en bedankt voor de prachtige routes. In de hoop volgend 
  jaar weer van zijn diensten gebruikte kunnen maken, maar dan mag het wel iets 
  minder vond een enkeling. Speciale dank ook voor de organisator Igno Deiker, 
  die dit jaar gelukkig wel mee kon naar dit geweldige weekend met een wat minder 
  vrolijke zaterdag.